Soorten cloud computing

Cloud computing is het via een netwerk — vaak het internet — op aanvraag beschikbaar stellen van hardware, software en gegevens. De term is afkomstig uit de schema­technieken uit de informatica, waar een groot, decentraal netwerk (zoals het internet) met behulp van een wolk wordt aangeduid.

De cloud staat voor een netwerk dat met al de computers die erop aangesloten zijn een soort 'wolk van computers' vormt, waarbij de eind­gebruiker niet weet op hoeveel of welke computer(s) de software draait of waar die computers precies staan. De gebruiker hoeft op deze manier geen eigenaar meer te zijn van de gebruikte hard- en software en is dus ook niet verantwoordelijk voor het onderhoud. De details van de informatie­technologische infrastructuur worden aan het oog onttrokken en de gebruiker beschikt over een persoonlijke, in omvang en mogelijkheden schaalbare, virtuele infrastructuur. De cloud is dus een techniek waarmee schaalbare online diensten kunnen worden aangeboden. Zonder de mogelijkheid tot schalen heeft een aangeboden online­dienst geen betrekking op cloud computing.

Met de ontwikkeling van internet, e-mail, zoekmachines en sociale media platformen kreeg het begrip cloud nog een andere betekenis. Hierbij gaat het om opslag van gebruikers­data op servers die eigendom zijn van de bedrijven die de diensten aanbieden en alleen toegankelijk zijn via internet.

Cloud computing biedt ontwikkelaars en IT-afdelingen de mogelijkheid om zich te concentreren op wat het belangrijkst is en ongedifferentieerd werk zoals inkoop, onderhoud en capaciteits­planning te vermijden. Naarmate cloud computing in populariteit is toegenomen, zijn er verschillende modellen en implementatie­strategieën ontstaan om aan de specifieke behoeften van verschillende gebruikers te voldoen. Elk type cloudservice en implementatie­methode biedt u verschillende niveaus van controle, flexibiliteit en beheer. Als u inzicht heeft in de verschillen tussen Infrastructure as a Service (IaaS), Platform as a Service (PaaS) en Software as a Service (SaaS), en welke implementatie­strategieën u kunt gebruiken, kunt u beslissen welke set services geschikt is voor uw behoeften.

Cloud computing-modellen

Er zijn drie hoofdmodellen voor cloud computing. Elk model vertegenwoordigt een ander deel van de cloud computing service, te weten:

1. Infrastructuur als een service (IaaS)

Infrastructure as a Service bevat de basisbouwstenen voor cloud-IT en biedt doorgaans toegang tot netwerkfuncties, computers (virtueel of op speciale hardware) en gegevens­opslagruimte. IaaS biedt u het hoogste niveau van flexibiliteit en beheercontrole over uw IT-resources en lijkt het meest op bestaande IT-resources waarmee veel IT-afdelingen en ontwikkelaars tegen­woordig vertrouwd zijn.

2. Platform als een service (PaaS)

Platform as a Service maken het voor organisaties niet meer nodig om de onderliggende infrastructuur (meestal hardware en besturings­systemen) te beheren en stellen u in staat zich te concentreren op de implementatie en het beheer van uw applicaties. Dit helpt u efficiënter te werken, omdat u zich geen zorgen hoeft te maken over de aanschaf van resources, capaciteits­planning, software­onderhoud, patching of een van de andere ongedifferentieerde zware taken die komen kijken bij het uitvoeren van uw applicatie.

3. Software als een dienst (SaaS)

Software as a Service biedt u een voltooid product dat wordt uitgevoerd en beheerd door de service­provider. In de meeste gevallen verwijzen mensen die naar SaaS verwijzen, naar applicaties van eind­gebruikers. Met een SaaS-aanbod hoeft u niet na te denken over hoe de dienst wordt onderhouden of hoe de onderliggende infra­structuur wordt beheerd. U hoeft alleen maar na te denken over hoe u dat specifieke stuk software gaat gebruiken. Een veel­voorkomend voorbeeld van een SaaS-toepassing is web­gebaseerde e-mail waarbij u e-mail kunt verzenden en ontvangen zonder dat u functie-toevoegingen aan het e-mailproduct hoeft te beheren of de servers en besturings­systemen waarop het e-mail­programma draait, hoeft te onderhouden.


Packaged Software Infrastructure
as a Service
Platform
as a Service
Software
as a Service
U MANAGET U MANAGET U MANAGET LEVERANCIER MANAGET
Applicaties1 Applicaties Applicaties Applicaties
Data2 Data Data Data
Runtime3 Runtime LEVERANCIER MANAGET Runtime
Middleware4 Middleware Runtime Middleware
Besturingssysteem5 Besturingssysteem Middleware Besturingssysteem
Virtualisatie6 LEVERANCIER MANAGET Besturingssysteem Virtualisatie
Servers7 Virtualisatie Virtualisatie Servers
Opslag8 Servers Servers Opslag
Netwerk9 Opslag Opslag Netwerk
Netwerk Netwerk

Infographic: vormen van 'as a Service'


Implementatiemodellen voor cloud computing

1. Cloud

Een cloudgebaseerde applicatie wordt volledig in de cloud geïmplementeerd en alle onderdelen van de applicatie draaien in de cloud. Applicaties in de cloud zijn gemaakt in de cloud of zijn gemigreerd vanuit een bestaande infra­structuur om te profiteren van de voordelen van cloud computing. Cloud­gebaseerde applicaties kunnen worden gebouwd op infra­structuur­delen op laag niveau of kunnen services op een hoger niveau gebruiken die abstractie bieden van de beheer-, architectuur- en schaal­vereisten van de kern­infra­structuur.

2. Hybride

Een hybride implementatie is een manier om infra­structuur en applicaties te verbinden tussen cloud­resources en bestaande resources die zich niet in de cloud bevinden. De meest gebruikelijke methode van hybride implementatie is tussen de cloud en de bestaande locale infra­structuur om de infra­structuur van een organisatie uit te breiden en te laten groeien naar de cloud, terwijl cloud­resources worden verbonden met het interne systeem.

3. Op locatie

Het op locatie implementeren van resources, met behulp van virtualisatie- en resource­beheer­tools, wordt ook wel private cloud genoemd. Op locatie implementatie biedt niet veel van de voor­delen van cloud computing, maar wordt soms gezocht vanwege de mogelijkheid om specifieke resources te bieden. In de meeste gevallen is dit imple­mentatie­model hetzelfde als de verouderde IT-infra­structuur, waarbij toepassings­beheer en virtualisatie­technologieën worden gebruikt om het gebruik van resources te verhogen.



1 Applicatie

  1. Een applicatie (vaak ook afgekort als app) is een computerprogramma dat bedoeld is voor eindgebruikers. Een applicatie draait 'op' (of 'onder') een bepaald besturingssysteem. Sommige populaire toepassingen zijn beschikbaar voor meer dan één besturingssysteem, en daarmee multiplatform. De complexiteit van applicaties loopt uiteen van simpel (in geval van een spelletje, of een teksteditor zoals Notepad) tot extreem complex (in geval van de systemen die in realtime processen verzorgen zoals luchtverkeersleiding, elektronisch betalingsverkeer, mobiele telefonie of administratieve of industriële processen). Complexe toepassingen zijn vaak verdeeld over meerdere systemen.

2 Data

  1. Data heeft betrekking op gegevens over uw bedrijfsprocessen, producten en klanten, die in digitale vorm beschikbaar zijn. Met gebruik van ICT oplossingen kunnen grote hoeveelheden data op gestandaardiseerde en gestructureerde wijze worden opgeslagen. Vaak gaat het om data die u niet zomaar wilt of mag delen met derden, zoals klantinformatie, financiële data of persoonsgegevens. Veiligheid speelt daarom bij het beheer van data een grote rol. Naast data uit eigen systemen is er ook steeds meer data beschikbaar via externe bronnen. De hoeveelheid hiervan is de laatste jaren enorm toegenomen.

3 Runtime

  1. Runtime is een term die gebruikt wordt om de periode te beschrijven waarin een computerprogramma draait. Het is de periode waarin een programma in het geheugen wordt geladen en uitgevoerd. Wanneer het programma draait, zorgt de runtime-omgeving ervoor dat het programma kan samenwerken met andere software­componenten en de hardware van de computer. Runtime wordt ook 'uitvoeringstijd' of 'looptijd' genoemd.

4 Middleware

  1. Middleware is de software tussen een besturingssysteem en de toepassingen die erop worden uitgevoerd. Middleware functioneert in feite als een verborgen vertaallaag en maakt communicatie en gegevensbeheer mogelijk voor gedistribueerde toepassingen. Het wordt ook wel 'plumbing' (leidingen) genoemd omdat er twee toepassingen met elkaar worden verbonden, zodat gegevens en databases makkelijk door de 'pijp' kunnen worden gestuurd. Dankzij middleware kunnen aanvragen worden uitgevoerd, zoals het indienen van formulieren via een webbrowser of de webserver dynamische webpagina's laten retourneren op basis van een gebruikersprofiel.

    Voorbeelden van veelgebruikte middleware zijn database-middleware, server-middleware, bericht-georiënteerde middleware, web-middleware en transacties verwerkende middleware. Elk programma omvat gewoonlijk berichtenservices, zodat verschillende toepassingen kunnen communiceren door middel van berichtenframeworks, zoals SOAP (Simple Object Access Protocol), webservices, REST (Representational State Transfer) en JSON (JavaScript Object Notation). Hoewel alle middleware communicatiefuncties kan uitvoeren, is het type dat een bedrijf kiest afhankelijk van welke service er wordt gebruikt en welk type informatie er moet worden gecommuniceerd. Het kan hierbij gaan om beveiligingsverificatie, transactiebeheer, berichtenwachtrijen, toepassingsservers, webservers en adreslijsten. Middleware kan ook worden gebruikt voor gedistribueerde gegevensverwerking, waarbij de acties in realtime plaatsvinden in plaats van de gegevens heen en weer worden gestuurd.

5 Besturingssysteem

  1. Een besturingssysteem (ook wel: bedrijfssysteem, in het Engels operating system of afgekort OS) is een programma (meestal een geheel van samenwerkende programma's) dat na het opstarten van een computer in het geheugen geladen wordt en de hardware aanstuurt. Het fungeert als medium tussen de hardware en de computergebruiker, met als opzet dat de gebruiker programma's op een gemakkelijke en efficiënte manier kan uitvoeren. Veelvoorkomende besturingssystemen zijn Unix, Microsoft Windows, Apple macOS, Linux, Apple iOS en Android.

6 Virtualisatie

  1. Met virtualisatie wordt een gesimuleerde, oftewel virtuele, computeromgeving gemaakt, dit in tegenstelling tot een fysieke omgeving. Bij virtualisatie gaat het vaak om door een computer gegenereerde versies van hardware, besturingssystemen, opslagapparaten en meer. Hierdoor kan een organisatie één fysieke computer of server partitioneren in een aantal virtual machines. Vervolgens kan elke virtuele machine onafhankelijk interactie aangaan met verschillende besturingssystemen of toepassingen en deze uitvoeren, terwijl de resources van één hostcomputer worden gedeeld.

    Door meerdere resources vanaf één computer of server te maken, kunnen dankzij virtualisatie de schaalbaarheid en de workloads worden verbeterd, terwijl er minder servers worden gebruikt, er minder energie wordt verbruikt, er minder onderhoud nodig is en de kosten voor de infrastructuur lager zijn. Virtualisatie kan in vier hoofdcategorieën worden onderverdeeld. De eerste is desktopvirtualisatie. Hierbij worden afzonderlijke desktops door één centrale server voorzien en beheerd. De tweede is netwerkvirtualisatie, ontworpen om de netwerkbandbreedte te splitsen in onafhankelijke kanalen die vervolgens worden toegewezen aan specifieke servers of apparaten. De derde categorie is softwarevirtualisatie. Hierbij zijn de toepassingen gescheiden van de hardware en het besturingssysteem. De vierde is opslagvirtualisatie, waarbij meerdere netwerkopslagresources tot één opslagapparaat worden gecombineerd, waartoe meerdere gebruikers toegang hebben.

7 Server

  1. Een server is een computer of een programma dat diensten verleent aan clients. In de eerste betekenis wordt met server de fysieke computer aangeduid waarop een programma draait dat deze diensten verleent.

    Een in het netwerk opgenomen computer die zijn configuratie (harde schijf, printer, modems, gateway) beschikbaar stelt aan andere gebruikers, waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in central en distributed servers:

    1. central: alle gemeenschappelijk te gebruiken resources zijn gekoppeld aan deze computer. Als de computer niet meer als normaal werkstation is te gebruiken spreken we van een dedicated server.

    2. distributed: binnen het netwerk zijn meerdere computers opgenomen die hun resources aan andere gebruikers beschikbaar stellen.

8 Opslag

  1. Opslag speelt een rol bij iedere applicatie die gebruikt maakt van data. Bij veel van deze applicaties en de andere IT toepassingen die u gebruikt, heeft u geen keuze waar uw data opgeslagen wordt. De aanbieder van de toepassing bepaalt dat voor u, zoals bij cloud­oplossingen, banktransacties, social media of webshops. Bij uw eigen data en applicaties heeft u meestal wel de keuze waar uw data bewaard wordt. Voor data opslag of data storage heeft u keuze uit drie mogelijkheden: lokaal, in de cloud en een mengvorm dan beide; multi storage.

9 Netwerk

  1. Netwerk verwijst naar onderling verbonden computerapparaten die gegevens kunnen uitwisselen en bronnen met elkaar kunnen delen. Deze netwerkapparaten gebruiken een systeem van regels, communicatie­protocollen genaamd, om informatie te verzenden via fysieke of draadloze technologieën.